Anciënniteit
De duur van de opzegtermijn, uitgedrukt in weken, wordt bepaald op grond van je anciënniteit. Er wordt een onderscheid gemaakt naargelang het een opzegging door de werkgever dan wel door de werknemer betreft. Voor de tegenopzegging (opzegging door een ontslagen werknemer die tijdens de opzegtermijn werk heeft gevonden), gelden bijzondere beperkingen.
De anciënniteit wordt berekend per begonnen periode op het ogenblik dat de opzegging begint te lopen.
Bijvoorbeeld:
- Zodra je een anciënniteit hebt van 3 maanden heb je recht op een opzegtermijn van 4 weken;
- Heb je 5 jaar anciënniteit? Dan bevind je je in het 6de begonnen jaar. En heb je recht op 6 x 3 = 18 weken;
- Heb je 21 jaar anciënniteit? Dan bevind je je in het 1ste begonnen jaar na 20 jaar. En heb je recht op 62 + 1 = 63 weken.